Dit salaris verdien je als Limburgse vlaaienmaker
De Limburgse vlaai, een zoete traktatie die zijn weg door heel Nederland heeft gevonden. Iedereen kent wel de overheerlijke fruitige smaken en krokante bodems die deze regionale lekkernij kenmerken. Een belangrijk onderdeel van dit succes is de bakker, de ambachtsman die met liefde en vakmanschap de vlaai met behulp van de juiste ingrediënten tot in perfectie weet te bereiden. Maar wat voor salaris verdient een vlaaienmaker uit Limburg eigenlijk?
Waar komt de Limburgse vlaai vandaan?
Limburg, het land van heuvels, dialecten én de allerlekkerste vlaaien. De oorsprong van deze zoete lekkernij gaat terug tot de tijd van de Germanen. Zij bakten hun brood op hete stenen, waarover ze vervolgens honing of vruchtensap goten. Zo ontstond de “oervlaai“, oftewel “vlade“. In de middeleeuwen werden vlaaien in kloosters bereid en op Paaszondag gewijd door de priester. De Limburgse vlaai werd traditioneel gebakken in het bakkes of bakhoes, een speciale gemetselde oven naast de woning. Het bakken van vlaaien was een hele klus, waarbij men met de handen het deeg kneedde in grote houten troggen.
De vulling, variërend van kersen tot rijst en pudding, werd zorgvuldig voorbereid. Tegenwoordig zorgt de bakker ervoor dat deze traditie voortleeft. Het bakken van vlaaien is een specialiteit gebleven die typisch is voor Limburg. De echte Limburgse bakker weet als geen ander hoe hij deze delicatessen perfect moet bereiden. Dus of het nu voor een feestelijke gelegenheid is of gewoon voor een gezellige zondagmiddag, een stuk Limburgse vlaai maakt het altijd bijzonder.
Werkzaamheden van een Limburgse vlaaienmaker en hoe word je er een?
Een Limburgse vlaaienmaker is niet zomaar een bakker, het is een vakman die zich heeft gespecialiseerd in het maken van de heerlijke en authentieke Limburgse vlaaien. Zoals we weten beginnen bakkers vaak al met werken in de vroege ochtenduren om ervoor te zorgen dat alle lekkernijen op tijd klaar zijn voor de klanten die hun brood en vlaaien vers willen hebben. Als bakker kun je bij de lokale ambachtelijke bakkerij aan de slag gaan, maar ook bij een industriële bakkerij waarin je in een groot team werkt om dagelijks vele vlaaien te produceren.
Om een Limburgse vlaaienmaker te worden, moet je natuurlijk eerst de kneepjes van het vak leren. Er zijn verschillende niveau 3 mbo-bakkersopleidingen die je kunt volgen, zoals de opleiding tot Brood- en Banketbakker of Patissier. Deze opleidingen duren 3 jaar en leggen de nadruk op het ontwikkelen van vaardigheden en het opdoen van ervaring. Tijdens je stage, de zogenoemde beroepspraktijkvorming, sta je met beide benen in de praktijk. Je past alles wat je hebt geleerd toe en leert nog veel meer vaardigheden van je praktijkopleider.
Het salaris van een Limburgse vlaaienmaker
Het salaris van een Limburgse vlaaienmaker is nog helemaal zo slecht niet. Ben je klaar met studeren en wil je direct carrière maken in het werkveld? Dan kun je een startsalaris van zo’n €1.865,- bruto per maand verwachten. Daarvan neem je even snel gerekend € 1.795,- netto mee naar huis. Heb je meer dan 5 jaar werkervaring, dan kun je rekening houden met een verbeterd bruto salaris van €2.520,- wat kan oplopen tot maar liefst €3.406,- wanneer je je als specialist hebt ontwikkeld. Netto wordt er dan zo’n €2.717,- op je rekening gestort. Dan kun je beter Limburgse vlaaienmaker worden dan bakker van Brabants worstenbrood.
Er is een speciale cao voor bakkers, namelijk de cao Bakkersbedrijf. In deze cao staat onder andere vermeld dat een bakker een salaristoeslag van 50% krijgt wanneer er overgewerkt moet worden na 18.00 uur op dagen vóór een feestdag als Kerst, Pasen en nieuwjaarsdag. Ben je trouw aan je werkgever dan krijg je volgens de cao zelfs een jubileumuitkering van een volledig maandloon bij 25 jaar én 40 jaar in dienst. Daarnaast werk je volgens de cao geen 40 uur in de week, maar 38 uur. Het lekkerste is natuurlijk dat je door vroeg te beginnen een groot deel van de middag vrij hebt!
Verschil tussen een taart een Limburgse vlaai
Dan nog even het antwoord op de vraag waar je het gehele artikel waarschijnlijk al mee zat: wat is het grote verschil tussen een Limburgse vlaai en een taart die je bij bakkers elders in het land kunt kopen? Het grote verschil is het soort deeg dat gebruikt wordt. Het deeg van een taart is een stuk luchtiger dan bij een Limburgse vlaai. Bij een vlaai wordt vaak gebruik gemaakt van linzen- of biscuitdeeg en bij een ouderwetse taart gebruiken ze gewoon taartdeeg.
Een Limburgse vlaai mag alleen zo genoemd worden als deze ook daadwerkelijk gemaakt is binnen Belgisch óf Nederlands Limburg. Daarnaast mag de vlaai nooit diepgevroren zijn. De fruitvulling los wel, maar niet de vlaai als geheel.