Pensioen- en AOW-leeftijd stijgen: hoe kun je nog eerder stoppen met werken?

Wil jij eerder stoppen met werken? De AOW-leeftijd is nu 66 jaar en 10 maanden, de pensioenleeftijd officieel zelfs 68 jaar; als je nog jong bent lijkt dat enorm ver weg.  Eerder stoppen met werken blijft echter nog altijd mogelijk, maar hoe? We zetten het voor je op een rij.

Het verschil tussen pensioen en AOW

Allereerst even kort over het verschil tussen pensioen en AOW. Je pensioen bouw je zelf op, door premie te betalen. De pensioenpremie betalen gaat meestal via je werkgever. Of je kunt zelf voor je pensioen sparen, bijvoorbeeld als je ondernemer bent.

AOW is een wettelijke uitkering die iedereen krijgt zodra de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt wordt. Behalve als je jarenlang niet in Nederland hebt gewoond of gewerkt. Voor elk jaar dat je niet in Nederland woont of werkt, gaat er 2% van je AOW af.

Eerder je pensioen in laten gaan

Niet iedereen wat dat je het opgebouwde pensioen eerder in kunt laten gaan. Hoeveel eerder verschilt per pensioenfonds. Wat er in jouw situatie mogelijk is kun je vinden op Mijnpensioenoverzicht.nl.

Eerder je pensioen in laten gaan is niet voor iedereen weggelegd. Het is namelijk zo dat, hoe eerder je jouw pensioen in laat gaan, hoe minder je krijgt. Je hebt dus een goed gevulde pensioenpot nodig om dat te kunnen doen.

Regeling voor vervroegde uittreding

Wil je eerder stoppen met werken, dan kun je ook gebruikmaken van de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU). Dat moet je wel met je werkgever overleggen. Inmiddels is de RVU in 300 cao’s opgenomen.

Maar let op, de RVU regeling mag op zijn vroegst drie jaar voor je AOW-datum ingaan. Met de huidige AOW-leeftijd van 66 jaar en 10 maanden zou je dus op zijn vroegst met 63 jaar en 10 maanden met pensioen kunnen met de RVU.

Eerder stoppen met werken door verlofsparen

Eerder stoppen met werken kun je ook realiseren met verlofsparen. Sinds 1 januari 2021 kun je als werknemer 100 weken sparen, in plaats van de  50 weken die je daarvoor mocht sparen.  Je spaart dit verlof simpelweg bij je werkgever, op dezelfde manier als je vakantiedagen.

Verlofsparen mag je overigens ook doen voor bijvoorbeeld een sabbatical, zodat je er een keer een jaartje tussenuit kunt. Verlof meenemen naar een andere werkgever kan overigens niet, dus verander je van baan dan moet je opnieuw beginnen met sparen.

Zelf eigen vermogen opbouwen

Last but not least, eerder stoppen met werken kun je natuurlijk ook zelf proberen te bereiken. Door zelf door te sparen en te investeren en zo een kapitaaltje op te bouwen. Onderschat dit niet, want hoe eerder je wilt stoppen met werken, hoe meer geld je nodig hebt. Bereken hoeveel je nodig hebt – een klus op zich, zeker als je rekening houdt met inflatie – en zorg voor een gedisciplineerd spaar en investeringsplan.