
Pak maar een zakdoekje, want na een carrière van 10 jaar is het over en uit voor de Nissan GT-R. Jammer, maar gelukkig wordt er gewerkt aan een opvolger en die ziet in 2018 het levenslicht. De 2017-versie van de GT-R is het afscheidscadeau van Nissan. Manly nam ‘m in ontvangst, maar moest het cadeautje – helaas – na drie dagen wel weer inleveren. Gelukkig hebben we de foto’s én de video nog.
https://www.youtube.com/watch?v=WNVwqd-E0uI
Specs
Fijne beelden! Maar first things first. Eerst even de belangrijkste cijfers op een rijtje:
- Krachtbron: 3,8-liter V6-turbomotor
- Vermogen: 570 pk
- Koppel: 637 Nm
- Prestaties: 0-100 km/u in 2,7 seconden, topsnelheid 315 km/u
- Verbruik: 11,8 liter per 100 km
- Massa leeg: 1.752 kg
- Prijs: € 165.900
Vlammen
De Nissan GT-R is vanaf het moment dat ‘ie uitkwam een geweldige auto. Dat was in december 2007 en toen waren er vrijwel geen andere auto’s – met dezelfde prijs als de GT-R – die konden tippen aan z’n prestaties. Sterker nog, je moest een moddervette supercar meebrengen om de Nissan te kunnen evenaren of verslaan.
Ter illustratie: in april 2008 stuurde Nissan de GT-R naar de Nürburgring om een zo snel mogelijke rondetijd neer te zetten. Toen de stopwatch na een paar rondjes vlammen 7 minuut 29 aangaf, vonden ze het welletjes bij Nissan. Begrijpelijk, want de GT-R was met die tijd sneller dan de toenmalige en veel duurdere Porsche GT2, de Audi R8 V10 Plus en de Ferrari 458 Italia.
Drie keer duurder
Ik schrijf trouwens bewust ‘was’, want Nissan heeft in de tien jaar dat de auto bestaat een aantal versies – de een nog beter en sneller dan de andere – van de GT-R naar de Ring gestuurd om die rondetijd nog scherper te stellen. De laatste en snelste tijd werd neergezet in september 2013 en staat achter de naam van de Nissan GT-R NISMO: 7 minuut 8. Wil je die tijd verslaan, dan zul je de sleutels van een Lamborghini Aventador LP 750-4 Superveloce moeten regelen, een auto die minstens drie keer duurder (maar niet drie keer sneller) is dan de huidige GT-R…
Macaronischotel
Met deze informatie in je kop voel je je trouwens oppermachtig achter het stuur van deze Nissan. Terecht, want de kans dat je in Nederland in het dagelijkse verkeer een snellere auto tegenkomt, is vrijwel nihil. En dankzij zijn looks – inclusief bijzettafel als achterspoiler – is de GT-R zelfs als ‘ie stilstaat sneller dan andere auto’s.
Rijden – en stilstaan – met de Nissan geeft dus een goed gevoel, ook omdat al die kracht (570 pk, remember?) die je tot je beschikking hebt, áltijd tot je beschikking staat en zo goed te beheersen is. Wat dat betreft is de GT-R een bom, maar niet een die in your face ontploft. En da’s superfijn, want niemand wil met een gezicht als een mislukte macaronischotel rondlopen.
Beestachtig
Over macaroni gesproken; niet iedereen vindt de GT-R er smakelijk uitzien. De een vindt ‘m niet mooi omdat hij lomp oogt, de ander heeft iets tegen Japanse auto’s, maar eet wel graag sushi. Dus die reactie tellen we niet mee. Mijn mening is positiever. Ik vind de Nissan niet extreem mooi, maar ook niet lelijk. Z’n uiterlijk is doelmatig, want mede dankzij zijn looks kan de Nissan zo hard én het laat zien wat hij is: een beest van een auto. Qua uiterlijk en qua rijgedrag. Een beest dat naar jou luistert en niet in je hand bijt als je ‘m aanspoort om in actie te komen. Hij is daarom beestachtig goed, deze Nissan.
Manly rating: 8,5
Niet perfect, maar wel beestachtig goed voor een auto die al 10 jaar oud is en meer weegt dan Erica Terpstra na een kookworkshop. Staat desondanks z’n mannetje op straat en circuit, maar vraag wel om een bestuurder die er hard mee durft te gaan. Wil je er eentje hebben, kies dan de 2017-versie, want die is het beste en gaat het hardst. Wist je trouwens dat GT-R’s zich relatief makkelijk laten opvoeren? Jup. Gooi er wat extra euro’s tegenaan en je krijgt een Nissan met meer dan 1.200 pk, zoals dit exemplaar:
https://www.youtube.com/watch?v=kS3Ku80vSP8
Last but not least: we willen in de toekomst ook andere auto’s gaan testen en onze ervaringen met jou delen. Welke auto moet de volgende worden?
Video: NEAFF
Foto’s: Ricardo van de Bor